De econoom John Kenneth Galbraith had een heldere opvatting over economen: “De economie wetenschap is uiterst nuttig als een vorm van werkgelegenheid voor economen.” En toch doen wij er ook aan mee. Want afgelopen week verschenen de Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam (MRA).  Een lezenswaardige publicatie. Naast alle algemene beschouwingen over de MRA waren we natuurlijk vooral ook nieuwsgierig naar onze deelregio: Almere/Lelystad. En dan heb je weer zo’n boodschap die je op twee manier uit kunt leggen: “Groei deelregio Lelystad-Almere zet komend jaar door” of “Almere en Lelystad blijven achter in Metropoolregio”. Beid eis denk ik wel een beetje waar. Het is maar hoe je ernaar wilt kijken. Overigens ben ik, zelfs als je die laatste conclusie serieus neemt, dan wel weer blij met het  plaatje: Lelystad groeit sneller dan Almere.

Hoe zit het nu echt. Om te beginnen ben ik het erg eens met de conclusie van mijn Almeerse College Mark Pol in over Flevoland gesproken, we moeten ons op de MRA als geheel blijven richten en zorgen dat we meeprofiteren van die groei.  Maar, hoe zit het nu: Na een aantal jaren van financiële crisis heeft de economie van Lelystad een gunstige omslag gemaakt. Samen met Almere, waarmee Lelystad 1 deelregio vormt, wordt het komende jaar doorzettende economische groei verwacht, zij het onder het gemiddelde voor de gehele MRA. Een uitdaging voor Lelystad blijft de hoge werkloosheid. Deze daalt wel, maar minder snel dan in sommige andere deelregio’s van de MRA. Lelystad en Almere dragen als deelregio met een verwachte groei van 2% bij aan het succes van de MRA als economische regio. Beide groeisteden hebben een sterk commercieel/zakelijk en publieke diensten profiel. Dat sluit aan bij de uitschieters in het economisch herstel die de onderzoekers in Lelystad constateren:  groothandel;  zorg en welzijn; overige zakelijke dienstverlening. Wat betreft groothandel is dat te verklaren uit het versterkte industrieel-logistieke profiel dat de stad zich door haar gunstige ligging (centraal en goed bereikbaar) heeft aangemeten. De groei in de zorg en dienstverlening is vooral een correctie en reactie op de extreem sterke daling in deze sector zoals die zichtbaar was in de afgelopen jaren.
De Metropoolregio Amsterdam als geheel kan in 2016 een gezonde groei tegemoet zien van 2,6%. Deze geprognosticeerde economische groei komt daarmee uit boven het landelijke gemiddelde (2,1%). De verwachte werkgelegenheidstoename ligt op 1,2% en is daarmee gematigd. De werkloosheid in de MRA als percentage van de beroepsbevolking blijft in 2016 nog onverminderd hoog (7,7%). In Lelystad blijft de daling van de werkloosheid volgens de onderzoekers steken op een gelijk niveau als 2015 (10,1%). Naast het feit dat bedrijven nog wat terughoudend zijn met het aannemen van nieuw personeel (hiervoor moet het herstel van de economie nog langer aanhouden), wordt dit ook veroorzaakt door extra werkzoekenden uit het voorheen niet-actieve deel van de potentiële beroepsbevolking.
De blijvend hoge werkloosheid baart mij wel zorgen zorgen. We voeren actief beleid op werkgelegenheidsontwikkeling,  opleidingenaanbod, ondernemersklimaat en bedrijfsvestigingen. De ingebruikneming van een uitgebreid Lelystad Airport in 2018 als  onderdeel van Schiphol en realisering van de binnenvaarthaven Flevokust zullen zeker een impuls geven aan het aantal beschikbare banen. De besluitvorming daarover heeft in ieder geval al geleid tot toenemende interesse van het bedrijfsleven. Ik verwacht daarom toch dat de komende jaren de werkloosheid in ieder geval in Lelystad snel flink gaat afnemen. De eerste signalen wijzen gelukkig in die richting. Het CBS zag eind 2015 al een daling optreden.

Goed. Tot zover de analyses. Maar weer gewoon aan het werk, om zoveel mogelijk bedrijven binnen te halen. En weliswaar geen econoom, één ding weet ik zeker: het is drukker met bedrijven en mensen die een interessant idee willen bespreken en zich willen vestigen. dat levert dan weer meteen een ander probleem op, het onderscheid maken waar je wel en waar niet met zijn allen achteraan moet lopen en vooral het inschatten van de financiële kansrijkheid van de propositie. Maar daar zijn we voor.