Het is Pasen, dat zal U niet ontgaan zijn. 50 dagen voor Pinksteren, 40 dagen voor Hemelvaart. Iets met eieren, hazen en lente. En iets met vrede en verzoening. Een vrolijke tijd meestal. Daar moest ik aan denken toen ik aan deze wekelijkse blog begon. Moet ik iets zeggen over de vreselijke gebeurtenissen in Brussel. Er is veel tegen te zeggen. De media zijn al vergeven van analisten die allemaal weten hoe het kwam, waar of aan wie het ligt, vooral ook: wie de schuld heeft en niet te vergeten de verzameling ooggetuigen en persoonlijk leed om het drama ook het nodige mediagenieke dramagevoel mee te geven. Er wordt dus al genoeg over geschreven. Maar tegelijkertijd laat het me niet los. Dus laat ik me verleiden om jullie daar deelgenoot van te maken. Dat is wel een beetje gevoelig. Want binnen Rotary doen we niet aan politiek of aan geloof. En daar loopt al een discussie over.  Dus doe ik net of ik een echte columnist ben. Dat geeft misschien net iets meer vrijheid. Om mijn eigen particuliere opvattingen te delen.

Brussel is om de hoek. Ik heb daar jaren regelmatig mogen werken (lang voordat ik deze mooie functie uit mocht oefenen) als consultant de opdrachten deed voor “Brussel”. Die metrostations met hun in het Nederlands grappig klinkende namen :”kunst-wet”, en de eindeloze stroom Brusselse Lobbyisten en ambtenaren. De gebouwen die je toen nog vrijwel zonder (zichtbare) beveiliging in kon. En dan zie je diezelfde gebouwen, diezelfde metro talloze malen voorbij komen in een surrealistisch beeld dat eerder uit het Belfast van die tijd dan aan het Brussel van die tijd doet denken. Natuurlijk is het verschrikkelijk om te zien hoe er onschuldige slachtoffers vallen. Maar (en dat zal wel een beetje ongevoelig zijn) nog meer zorgen maak ik me om de impact op onze samenleving. Zo maar 3 verschillende voorbeelden. Ik reis veel met de trein, ook deze week weer, en dan vang je flarden van gesprekken op. “Ga jij met Koningsdag naar Amsterdam ? ” vroeg een leuke jonge meid aan wat ik denk dat een vriendin van haar was. “Nee, sinds Brussel ga ik echt niet meer naar plaatsen waar veel mensen zjin, want die zoeken “ze”uit”. En een paar stations verder 2 mannen in pak (ook) op weg naar Den Haag: “sinds Brussel loop ik anders in het station of over straat. Ik kijk goed om me heen of er geen ongure types met baarden rondlopen”. Ik hop dan maar dat ze het daarbij niet over mij hadden. Of zou ik nu ook ineens verdacht zijn. En tenslotte, een stel dat bepakt en bezakt van vakantie terug kwam: “ik ben blij dat we Schiphol overleefd hebben”. Zo zijn er talloze voorbeelden. Op zich begrijpelijk, maar toch. Als de angst gaat regeren is de rede de weg kwijt, juist wanneer we haar het hardst nodig hebben.
Want ineens zijn we kennelijk niet meer in staat te zien wat er gebeurt. Terroristen gaat het om macht en geld. Tenminste die aan de top. En ze misbruiken alle middelen om dat te verkrijgen. Dat heeft helemaal niets met geloof te maken. Kennelijk is ieder geloof makkelijk te kapen om mensen tot een zinloos fanatisme te bewegen. Dat gebeurt nu met de Islam, dat gebeurde in Noord Ierland tussen katholieken en protestanten en dat gebeurde in de middeleeuwen met de kruistochten. Maar haal nou niet het geloof en de mensen die daar misbruik van maken door elkaar. Misschien is dat wel wat mij bezig houdt, deze terroristen mogen niet de kans krijgen onze (meestal) verdraagzame samenleving te vernietigen, de angst te laten regeren en mensen te verbieden hun geloof te beleven (of dat niet te doen als ze daar voor kiezen). Een politiestaat leidt nooit tot minder geweld, maar wel tot minder veiligheid. Praat is daarmee het geweld goed. Nee natuurlijk niet, verre van dat. Daar moeten we wel degelijk hard tegen optreden. Omdat we onze samenleving niet willen laten kapen.
Die samenleving doet er voor ons als Rotarians toe. daarom is het goed dat we het daar in de veiligheid en beslotenheid van de club over kunnen hebben. dat we elkaars opvattingen respecteren en dus ook nadenken wat voor effect onze woorden op onze fellows hebben. Maar misschien vooral dat we laten zien dat de samenleving er toe doet. Afgelopen woensdagavond deed er toe wat mij betreft. 35 (geloof) ik gasten van de Zonnebloem hadden een prachtige avond. Met goed eten, met mooie muziek en vooral met aandacht. Voor dat soort dingen zijn we er. En ik ben er van overtuigd dat juist dat type activiteiten er voor zorgt dat we de samenleving niet laten kapen. want de samenleving—dat zijn we samen.